Marinus Heijnes werkte over het algemeen relatief solistisch. Hij werkte vanuit zijn atelier op De Kaag of zijn woonwagen in Moergestel en trok van daaruit de natuur in om te schilderen. Of hij trok met zijn gezin naar Frankrijk om te werken. Hij was vrijwel nergens lid van en onderhield, voor zover we weten, beperkt contacten met zijn kunstenaars-collega’s. Er is een aantal kunstenaars bekend waarvan we weten dat Heijnes contact met ze heeft gehad. Van een aantal kunnen we door het werk van Heijnes ook vermoeden dat hij zich door anderen heeft laten beïnvloeden.

Herman Frederic (Henri) Boot, Maastricht 1877 – Haarlem 1963

De naam Henri Boot lijkt als een rode draad door de professionele carrière van Marinus Heijnes te lopen. Op verschillende momenten is Boot op het pad van Heijnes terecht gekomen, toch is in de privé correspondentie weinig tot niets over een eventueel verband terug gevonden.

De eerste kennismaking zal zijn geweest rond 1917, als Marinus deel neemt aan een expositie van De Onafhankelijken in Amsterdam, waarvan de 11 jaar oudere Boot secretaris was. Boot wordt beschouwd als een klassiek schilder die actief was in diverse kunstenaarsverenigingen. Vlak voor het begin van de 2e wereldoorlog komen Heijnes en Boot elkaar weer tegen. Beiden nemen deel aan de expositie ‘Onze kunst van heden” in het rijksmuseum, waarbij Heijnes correspondeert met Boot over zijn inzending. Boot, die tevens voorzitter was van “Kunst zij ons Doel” (KZOD) heeft vermoedelijk gelijktijdig er voor gezorgd dat Heijnes in 1940 lid werd van KZOD.

Na de oorlog werd Boot wel beschouwd als de nestor van de Haarlemsche School.