Marinus Heijnes in Noordwijk
Op 9 oktober 2021 is in museum Noordwijk de expositie “De Zee” geopend. Opnieuw is Marinus Heijnes aanwezig in dit museum, dit keer met drie meesterlijke schilderwerken, met daarop drie keer de zee, geschilderd in Noordwijk omstreeks 1930. Drie beelden van dezelfde Noordzee maar alle drie zo verschillend van sfeer. Voor zover bekend zijn deze werken sinds 1929 niet samen tentoon gesteld geweest.
Dat Heijnes meerdere jaren in Noordwijk heeft gewoond en gewerkt is nog niet algemeen bekend in Noordwijk. We kregen bij de overhandiging van het schilderij, tijdens de officiële opening van de tentoonstelling “De Zee”, de gelegenheid daar (zeer kort) bij stil te staan.
De kunstenaar Heijnes
Heijnes is als landschapschilder vooral bekend van zijn schilderijen van de Kagerplassen. Van 1916 tot zijn overlijden in 1963 heeft hij op het eiland De Kaag ook zijn atelier. Heijnes schilderde ‘en plein air’, hij schilderde buiten wat hij zag. Doorgaans verbleef hij ergens langere tijd met zijn gezin zodat hij met zijn schilderspullen, vaak lopend, op pad kon gaan om te werken.
Heijnes werd destijds in recensies aangeduid als colorist, impressionist en navolger van de Haagse School. Zijn werken hebben voor die tijd een uitbundig kleurgebruik, niet altijd overeenkomstig onze realiteit. Hij gebruikte zijn schildersmes en penselen met grote vaardigheid en wist mogelijk door zijn opleiding aan de Quellinusschool hoe hij een compositie moest maken. Werken uit de Noordwijkse periode tonen zijn interne gedrevenheid en enthousiasme, soms zeer pasteus maar dan weer heel fijn. De onderwerpen zijn vaak naar de realiteit gemaakt met een geheel eigen toets.
Heijnes tijd in Noordwijk
Van Heijnes weten we zeker dat hij in 1932 in Noordwijk heeft gewoond en gewerkt. Uit aantekeningen van de schilder en aan het feit dat in zijn eerste solo tentoonstelling in Leiden (1929) veel werk uit Noordwijk hingen, leiden we af dat Heijnes en zijn gezin ook in de jaren 1927 tot 1929 in Noordwijk heeft gewoond. De kinderen gingen er naar dezelfde basisschool als welke Alfred Heineken bezocht. Marinus kon dagelijks in de duinen tussen Noordwijk en Katwijk de zee schilderen. Bij ons zijn een kleine 20 schilderijen van De Noordzee tussen Noordwijk en Katwijk bekend, allemaal olieverf op doek, allemaal ongedateerd. Daarnaast bezitten we een aantal voorstudies.
Antikraak
We weten dat Heijnes in 1932 woonde in Noordwijkse villa’s aan Atjehweg 3 (Klein Duinhoeve) en Rembrandtweg 6, zo blijkt uit brieven uit de nalatenschap. Het is niet ondenkbaar dat Heijnes buiten het zomerseizoen de dan leegstaande villa’s mocht bewonen van de huiseigenaren, mogelijk zelfs in ruil voor een kunstwerk want het leven als kunstschilder was geen vetpot. Heijnes kon schilderen en de villa’s bleven bewoond en daarmee bewaakt. Antikraak avant la lettre, in feite. We willen daarover nog aanvullend onderzoek doen. Door Corona hebben we dat nog niet kunnen doen.
Bekeuring
In 1932 zien we dat Heijnes niet langer welkom is in de duinen. Hij kreeg in mei 1932 een bekeuring omdat hij zich zonder vergunning in de duinen heeft begeven. Zijn verzoek aan Dijkgraaf en Hoogheemraden van Rijnland om in de duinen “de schilderkunst uit te oefenen” werd afgewezen. Mogelijk is dit de reden dat Heijnes in 1932 Noordwijk permanent heeft verlaten met zijn gezin.
Heijnes liefde voor de zee
Heijnes was in sterke mate aangetrokken tot de zee. In 1916 vertrekt Heijnes met een scheepje vanuit Amsterdam naar Katwijk aan Zee om zich daar te vestigen, maar hij blijft steken in De Kaag. Ook op zijn buitenlandse reizen naar bijvoorbeeld Bretagne en Rivièra zien we vooral zeegezichten. Doorgaans zien we daarop alleen de zee. Geen mensen, geen dieren en geen gebouwen. Wel duinen, rotsen en wilde planten. En de zee maakt hij in vele gedaanten. “Geen zelfhaling” aldus een recensie in het Leidsch Dagblad uit 1929.
Langdurige bruikleen
Bij de opening van de tentoonstelling “De Zee” is door Stichting Marinus Heijnes het olieverf schilderij “rollende golven” als langdurige bruikleen aan het museum overhandigd. Het schilderij is opgenomen in onze database onder nummer 003. Wij gaan er van uit dat dit ongedateerde werk omstreeks 1932 is gemaakt. Het schilderij verkregen we uit een erfenis, het is nooit op de markt geweest en altijd in familiebezit gebleven. Het schilderij was in zeer slechte staat, ooit voorzien van een laag sterk vergeelde botenlak en het werk had daarom een grondige opknapbeurt nodig. Dankzij restaurateur Jos Prins uit Sassenheim is het werk gelukkig weer in uitstekende conditie. De kosten van de restauratie en de lijst zijn door onze stichting bekostigd, onder andere door verkoop van kerstkaarten en fotoboeken.
Het in langdurige bruikleen gegeven schilderij voor en na restauratie
Tentoonstellingsgegevens
De tentoonstelling “De Zee” is te zien vanaf 10 oktober 2021 tot 20 maart 2022 in museum Noordwijk.
Https://Museumnoordwijk.nl
fragment uit Plasschaert “Korte geschiedenis der Hollandsche schilderkunst“ 1923
Heijnes in “De Ploeg”
Recensie in Leidsch Dagblad, 4 december 1929
Heijnes is een schilder, die van zon en licht houdt. Hij ziet de dingen graag onder sterke belichting en in sterke kleuren. Toch weet hij ook de fijnere tinten en schakeringen op zijn palet te vinden. Daarvoor kijken we slechts naar No 5. ‘de zee’‐ simple comme bonjour ‐ de zee. Maar deze in haar wijde strekking, in haar bewogen golving. Op de voorgrond even het strand met de ruige strepen van fladderig schuim en het vochtige van de bodem. Dan de opkuivende brekers van de branding met het tintelende gele schuim. Aan de horizon effent zich het bewogene van de groene golven met hun lila reflexen en verdwijnt in de heiïge atmosfeer, die lucht en water bindt. Een lila en zilverig oplichten van de hemel maakt mede dit doek tot een rustig stemmingsbeeld. Een verhaaltje geeft het niet. ’t Geeft alleen symphonisch: de zee. Er naast hangt een ander zeegezicht, maar nu niet aan de Hollandse duinkust. Hier schouwen we van af de Bretonsche granietrotsen over een brede bocht. Dieper van toon is hier het water, terwijl lilapartijen de plaatsen aanwijzen, waar de rotsen verraderlijk even onder het water schuil gaan. In de verte een wemeling van visscherschuitjes, even aangeduid. De tonaliteit van dit doek kenschetst een andere atmosfeer dan die onzer kusten. De schilderswijze van een en ander is vlot. In grote partijen is de nerf van het doek slechts met een heel dun vliesje bedekt, daartegenover staat dat Heijnes soms ook massieve verfklodders er op smeert, die vooral bij het schideren der branding veel reliëf geven.
No 29 is een zeegezicht te Noordwijk. Op de voorgrond de duinhelling met wuivend helmgras. Dan het vlakke strand met de zee waarover een gouden zonnebaan schittert. No 30, daarnaast is weer een zeegezicht te Noordwijk. Maar het is geen zelfherhaling. Hoe fijn zijn hier de lilaglansen van het strand, de schuimstrepen der branding en het eigenaardig vage van de horizon. Dit is een rustig stemmend werk vol sfeer. Ook een groter stuk, een deel der kust van Bretagne, in nog al donkeren schoon feestlijken toon, overtuigt. Maar dat rustige is niet in al het werk van Heijnes. Het is soms wat druk, en bijna te vol van coloristische bewogenheid. Deze schilder laat zijn hevige ontroeringen niet altijd even bezinken om er meer objectief tegenover te kunnen staan en ze met een zekere innerlijke beheersing weer te geven. (…) In de Brabantse landschappen treft iets van dat drukke en onrustige. Het is merkbaar, dat de schilder zich bevrijden wilde, maar hij liet het ordenend oordeel niet voldoende meespreken. Maar al zijn een paar werken dan wat druk, ze hebben toch deze grote verdienste dat ze absoluut eerlijk zijn. Heel sterk spreekt het onrustige uit no 41 ‘duin’ maar ook uit 18 ‘zee en duin’. Daarneven vindt men echter andere werken, die een zeer rustige en tevens blijde sfeer ademen. We noteren nog een interieur van een oud kerkje in Bretagne. Van zeer bijzondere bekoring zijn een aantal krijt‐ en potloodschetsen, een paar aquarellen en een paar pastels van slapende baby’s. Van bijzondere charme is wel aquarel no 18, waarin het fijne van de vleestonen en de grappige teere knuistjes heel mooi zijn gedaan. Er zit poëzie en tevens een zonnige humor in dit fijne stukje. Er is ook nog een zonnig zelfportret, goed van factuur.
Ten slotte zijn er nog enige werkjes van decoratieve aard, die vogelenzang trachten te symboliseren, zoals de schilder die dacht. Het zingen van de nachtegaal en de lijster worden in kleurige kringen vertolkt. Hoe men over deze voorstellingen moge denken, als fantastische geheel van kleur en lijn hebben ze een zekere verdienste. Er is nog een dergelijk werkje, waarbij de Nacht zich concentreert in een groot vraagteken. Niet alles is hiermee genoemd, maar het lijkt mij voldoende voor het vestigen van de aandacht op deze expositie. Heijnes verdient die aandacht.
Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.
Beoordeling Marinus Heijnes in Noordwijk.